Deze risicoanalyse wordt uitgevoerd door een multidisciplinair team. Bij het uitvoeren ervan worden drie wegen bewandeld:
- Er wordt een bureaustudie gedaan om (nieuwe) bedreigingen te signaleren. Hierbij wordt gekeken naar de bronnen (o.a. gebiedsdossiers), zuivering, opslag en distributie en naar de binneninstallaties. De bedreigingen worden getoetst op relevantie en impact en of ze via een regulier monitoringsprogramma te signaleren en te voorkomen zijn.
- Steeds vaker worden GC- en LC-screeningen en bioassays uitgevoerd en een combinatie hiervan in de vorm van een Effect Directed Analysis (HT-EDA). Bij deze analyses wordt niet direct naar specifieke stoffen gezocht, maar wordt vooral gekeken naar nog niet bekende stoffen en naar stoffen die mogelijk gezondheidskundig een risico vormen. De uitkomsten van deze metingen worden meegenomen bij de risicoanalyse. Meer over deze onderwerpen is te vinden onder “screeningen” en “bioassays”.
Overigens heeft het uitvoeren van deze technieken ook een belangrijke functie als vangnet voor stoffen die als doelstof niet meer of met een lagere frequentie gemeten worden. - De beschikbare gegevens van specifieke stoffen die de afgelopen jaren gemeten zijn, worden geëvalueerd (zie kader). Niet alleen de wettelijk verplichte parameters, maar ook de stoffen, die vanuit bedrijfsbeleid gemeten worden, worden hierbij meegenomen. Stoffen die niet of nauwelijks nog gevonden worden, worden in meetfrequentie verlaagd. Hierdoor komt er meer ruimte om de wel belangrijke stoffen te meten.
- De samenhang tussen deze onderdelen wordt in onderstaand schema weergegeven.