Een terugblik op de vorige Community of Practice Sensoring
De middag werd ingeleid door Geert Franken (Het Waterlaboratorium) a.d.h.v. een terugblik op de vorige Community of Practice (het detecteren van mengzones in het distributienet). Hierin werd kort stil gestaan bij de interview ronde die afgelopen winter was gehouden. Deze interview ronde is de aanleiding geweest voor zowel de eerste als de tweede Community of Practice Sensoring. Hierna werden de presentaties en de uitkomst van de discussie sessie uit de eerste Community of Practice Sensoring kort toegelicht.
Vervolgens werden de vervolgacties door Het Waterlaboratorium naar aanleiding van de eerste Community of Practice Sensoring verder besproken. Het Waterlaboratorium heeft uitgezocht welke beschikbare informatie de DPW bedrijven tot hun beschikking hebben om processen die gaande zijn in het distributienet te kunnen monitoren. Vervolgens is er onderzocht hoe hiaten in de beschikbare informatie kunnen worden opgevuld met gerichte (sensor)metingen in het distributienet, om zo de processen die plaats vinden in het distributienet beter in kaart te brengen. Dit heeft geleid tot een concreet project voorstel voor één van de 3 DPW bedrijven.
8 Manieren om online bacteriën in water te meten
In de tweede presentatie van de middag belichtte Corina Carpentier (Sensileau Sensor Platform) een aantal meettechnieken voor het detecteren van microbiologische activiteit in water. Online bacteriesensoren zijn relatief jonge technologieën in vergelijking tot sensoren voor chemische of fysische parameters, die vaak al veel langer op de markt zijn. Biosensoren zijn gebaseerd op andere technieken dan de plaatmethode, waardoor de resultaten zich niet altijd met laboratoriumresultaten laten vergelijken. Bovendien worden veel verschillende eenheden gebruikt om de aanwezigheid en concentratie van bacteriën in water de rapporteren. Tijdens deze presentatie zijn de acht meest toegepaste online detectietechnieken voor bacteriën in water met elkaar vergeleken op meetprincipe, detectielimiet, responstijd, ontwikkelstadium, commerciële beschikbaarheid en inzetbaarheid. Technieken die werden besproken, waren online assays die enzymen, ATP, tryptofaan, DNA/RNA of een immuno-respons meten, en de optische methoden van lichtverstrooiing, flowcytometrie en Raman spectroscopie.
Waterson sensor
In een korte aparte presentatie heeft Corine vervolgens nog de Waterson sensor toegelicht. Als alternatief voor het inzetten van (tamelijk complexe) biosensoren in het leidingnet, maakt het Waterson systeem gebruik van gangbare fysisch-chemische sensoren voor pH, temperatuur, geleidbaarheid, troebelheid en redoxpotentiaal om met behulp van een door de Technische Universiteit van Riga ontwikkeld algoritme inzicht te krijgen in het risico op een toename in bacteriële concentraties in het leidingnet. Dit systeem wordt momenteel uitgetest bij het waterbedrijf van Riga (Letland), en een pilot-project in Nederland is in voorbereiding.
Resultaten Flowcytometrie projecten
In de laatste presentatie van de middag heeft Sandra Strating (Het Waterlaboratorium) een aantal interessante resultaten van verschillende Flowcytometrie projecten besproken. Allereerst is het meetprincipe van de Flow Cytometrie (FCM) uitgelegd. De meting wordt uitgevoerd door de cellen te kleuren met twee soorten kleurstoffen, waarmee het aantal intacte cellen en aantal beschadigde cellen apart zichtbaar kan worden gemaakt. Daarnaast kan ook nog onderscheid gemaakt worden tussen grote cellen (hoognucleair) en kleine cellen (laagnucleair). Met behulp van specifieke software is het tevens mogelijk om nog verder in te zoomen op specifieke gemeenschapsstructuren. Een van de projecten die door Het Waterlaboratorium is uitgevoerd, werd uitgebreid uitgelicht: Vier verschillende drinkwaterwinningen werden gemonitord met online-FCM en daarnaast werden indicatorbacteriën op de traditionele manier gemeten. De meetgegevens werden vergeleken met voor winningen belangrijke parameters als productiedebiet en neerslagintensiteit. Uit dit project bleek dat online FCM in combinatie met fingerprinting (Kytos) geschikt is voor snelle detectie van kwantitatieve en kwalitatieve veranderingen in de algemene bacteriële waterkwaliteit en kan worden gebruikt als vroegtijdige waarschuwing voor het detecteren van potentiële fecale verontreiniging van water. Dit jaar zijn en worden ook diverse projecten met online FCM uitgevoerd, waaronder een uitgebreide studie voor de beïnvloeding van de dagelijkse variatie van het debiet op de bacteriologische populatie (aantal en gemeenschapsstructuur) in het influent en effluent van een langzaamzandfilter.
Discussiesessie
De middag werd afgesloten met een discussiesessie onder leiding van Jan Broos (Sensileau Sensor Platform). Aan de hand van een aantal vragen werd de behoefte onder de deelnemers gepeild voor het gebruik van sensoren voor het detecteren van microbiologische activiteit.
Op de vraag “wat is voor jou de belangrijkste motivatie om met bacteriemonitoring aan de slag te gaan?” antwoordden de deelnemers verdeeld aangezien de antwoorden ‘het is belangrijk om een vinger aan de pols te houden’ en ‘het is een reëel risico en daarom is het belangrijk om te monitoren’ even vaak werden gekozen. Vervolgens werd de deelnemers gevraagd wat de meest logische plek is om de microbiologische activiteit in het drinkwaterproces te monitoren. Zowel de zuiveringen als het distributienet werd nadrukkelijk benoemd door de deelnemers. Op de vraag “Welke manier om online bacteriën te meten in water pas het best bij jullie vraagstuk?” was FCM verre weg het meest gekozen antwoord. Echter, een aantal van de aanwezigen benoemde Raman Spectroscopie een veelbelovende en interessante meettechniek is, omdat daarmee in het verleden interessante resultaten zijn behaald. Op dit moment is er helaas geen meetapparaat beschikbaar die de betreffende meettechniek gebruiken.
Wij zijn erg tevreden met de opkomst en wij danken alle deelnemers voor hun actieve bijdrage en vruchtbare discussies!