Screening

 

Op zoek naar het onverwachte

Om de waterkwaliteit in Nederland te kunnen borgen, moeten we veel informatie verzamelen en analyseren. Bij water uit de kraan willen we weten of er ongewenste stoffen in zitten en bij rivierwater of er afvallozingen plaatsvinden of dat de kwaliteit gevaar loopt. Om de waterkwaliteit te bewaken moeten we naar een enorm breed pallet aan chemische stoffen kunnen kijken. Geconcludeerd is dat alleen doelstofmethoden hiertoe ontoereikend zijn. Met die methoden kijken we heel specifiek naar een beperkte set stoffen, vaak tussen de één en de 50 stoffen per methode. Maar omdat we enkele duizenden mogelijke stoffen in de gaten willen houden, kunnen we dat niet met alleen doelstofmethoden aan.

Ter uitbreiding en aanvulling op doelstofmethoden passen we chemische screening toe. Bij Het Waterlaboratorium screenen we in een tweetrap. De eerste trap is een zogenoemde ‘Target Screening’ of ook wel bibliotheekscreening genoemd. Met de bibliotheekscreening kunnen we in een watermonster met hoge zekerheid de aanwezigheid van meer dan 2000 veelvoorkomende stoffen, waaronder pesticiden en medicijnresten, toetsen. De bibliotheekscreening is een mooi compromis tussen meetbereik en zekerheid, en ten opzichte van een batterij aan doelstofmethoden geeft de bibliotheekscreening snel en kosteffectief een goed beeld van de waterkwaliteit. Met name voor het bepalen van de chemische druk in een systeem is de bibliotheekscreening effectief: de meest voorkomende vervuilingen zoals medicijnresten, industriële stoffen en pesticiden worden bepaald en zijn vaak indicatief voor andere vervuilingen.

Als tweede trap in screening is er de ‘Non-Target Screening’ (NTS). Via NTS wordt er gekeken naar de algehele chemische waterkwaliteit en kunnen bijna alle chemische stoffen worden gemeten. Dit is zowel een voordeel als nadeel: er komen enorme hoeveelheden data uit NTS en het is daardoor vaak ingewikkeld deze te vertalen tot een conclusie of handelingskader. Daarbij bevat de data uit NTS vaak nog enige onzekerheid, dus het is niet altijd mogelijk om met zekerheid een stof aan te tonen. Hierom is NTS nog aan onderzoek onderhevig, maar kan zelfs in de vroege stadia al aanvullende en nieuwe informatie leveren boven op de doelstofanalyse en bibliotheekscreening. Uiteindelijk zal NTS een centralere rol gaan spelen in de innamebewaking, maar tot die tijd zal bibliotheekscreening een belangrijke peiling van waterkwaliteit blijven.

Omdat we doelstofanalyse, screening, en non-target screening kunnen inzetten én daartoe over de vereiste kennis beschikken, bestaat er bij Het Waterlaboratorium voor elke uitdaging een passende aanpak en techniek. Binnen de technieken bieden we ook meerdere niveaus van diepgang: vanaf een duik in het onbekende met een volledige non-target screening tot aan een zeker beeld van veelvoorkomende indicatorverontreinigingen met bibliotheekscreening. Zo gebruiken we bijvoorbeeld vloeistofchromatografie met hoge-resolutie massaspectrometrie (UHPLC-QTOF) voor medicijnen en industriële stoffen, extractie-gaschromatografie (LLE-GC-MS) met massaspectrometrie voor bestrijdingsmiddelen en industriële stoffen, en vervluchtiging-gaschromatografie (PTI-GC-MS) voor vluchtige stoffen die geur- en smaakklachten kunnen veroorzaken.